Jenaplan

Jenaplanonderwijs is een vorm van vernieuwingsonderwijs. Het Jenaplanonderwijs is gebaseerd op de ideeën van pedagoog Peter Petersen. Hij ontwikkelde op de universiteit van Jena een vernieuwende visie op onderwijs. Zijn ideeën werden midden jaren vijftig geïntroduceerd in Nederland.

Kenmerken

Respect voor onderlinge verschillen

Het Jenaplanonderwijs gaat uit van verschillen tussen kinderen. De organisatievorm (meerdere leeftijdsgroepen binnen een stamgroep) en het concept zijn daarop aangepast. Kinderen leren om op een rechtvaardige en respectvolle manier met onderlinge verschillen om te gaan. Elk kind is uniek en elk kind heeft het recht om zijn eigen identiteit te ontwikkelen.

 

Stamgroepen

We werken op school met stamgroepen. Dat wil zeggen dat er verschillende leeftijdsgroepen binnen een groep zijn. Elk kind ervaart hoe het is om de jongste te zijn in een groep en hoe het is om de oudste te zijn en meer verantwoordelijkheden te krijgen. Op sociaal emotioneel gebied is het voor een kind van onschatbare waarde voor zijn verdere leven als hij leert dat er kinderen zijn die anders zijn, die onder andere omstandigheden leven en leren, die sommige dingen wel en andere dingen niet zo goed kunnen.
Het is heel nuttig voor kinderen om andere kinderen te helpen, wegwijs te maken, als maatje te hebben en trots te zijn op wat je wel kunt en niet steeds geconfronteerd te worden met wat je niet kunt. Het is waardevol om te ervaren dat je een ander kind kunt helpen maar ook om zelf geholpen te worden. Deze ervaringen vormen je voor de rest van je leven.

Op de Wilbertschool hebben we acht stamgroepen: twee stamgroepen 1/2, twee stamgroepen 3/4, twee stamgroepen 5/6 en twee stamgroepen 7/8.

 

Zelfstandigheid

We willen kinderen op een Jenaplanschool begeleiden in de ontwikkeling naar zelfstandigheid. Van onderbouw tot en met bovenbouw is er ruim aandacht voor de ontwikkeling van elk kind op dit gebied.

 

Initiatiefrijke kinderen

Kinderen worden gestimuleerd om veel initiatieven te nemen en over allerlei zaken mee te praten en mee te denken. De stamgroepleider (de leerkracht) neemt de ideeën en inbreng van de kinderen serieus. Kinderen voelen zich op deze manier medeverantwoordelijk voor de sfeer in de klas en op school.

 

Wereldoriëntatie: het hart van het onderwijs

Het vak wereldoriëntatie is het hart van het onderwijs. Uitgangspunt is dat de kinderen binnen en buiten de school kunnen leren. Zij gaan daarom vaak op pad; ze gaan dingen zelf ervaren, ontdekken en onderzoeken. We halen de buitenwereld ook de school in, bijvoorbeeld door gastlessen. Door deze benadering wordt de wereld van de kinderen steeds groter en leren zij om een mening te vormen en de wereld om hen heen te verkennen. De kinderen werken vaak aan (thematische) projecten. Hierbij komen alle vakken geïntegreerd aan bod en zijn bijvoorbeeld taal- of rekenactiviteiten gekoppeld aan een wereldoriënterend thema.

 

Aandacht voor totale ontwikkeling van het kind

Naast de cognitieve (kennis) ontwikkeling is ook veel aandacht voor de sociale vaardigheden die kinderen nodig hebben om zich in de maatschappij staande te kunnen houden. De school is een samenleving waar kinderen gedurende acht jaar elke dag samen leven.
Er zijn kinderen die goed zijn in sport , of in rekenen, of in taal of in creatieve vakken. Er zijn ook kinderen die meer moeite hebben met leren en kinderen die juist moeten Leren Leren. Als stamgroepleider dien je uit te gaan van al deze verschillen en pas je in de groep de lesstof en het pedagogisch handelen daarbij aan. We volgen de ontwikkeling van de kinderen gedurende acht jaar d.m.v het cito leerlingvolgsysteem zowel op cognitief als op sociaal emotioneel gebied. De kinderen krijgen geen traditioneel rapport met cijfers. Op onze school gebruiken we uitgebreide rapportages, waarin aandacht is voor de totale ontwikkeling van het kind zowel op cognitief – als op sociaal-emotioneel gebied.

De competenties sociale vaardigheden en sociale wendbaarheid worden niet in een Cito score uitgedrukt, net zo min als doorzettingsvermogen en werkhouding. Met name juist deze competenties kunnen bepalend zijn voor het al dan niet slagen op de basisschool of op het voortgezet onderwijs.
Een school dient ons op te leiden om goed te kunnen functioneren in een SAMENleving en dat is meer dan alleen lesgeven in rekenen en taal, of omgaan met een computer, hoe belangrijk die vakken OOK zijn.
Binnen het Jenaplanonderwijs proberen we kinderen een goede basis mee te geven voor hun verdere leven. We geven vaak instructie in kleine groepen, zodat we veel persoonlijk contact met de kinderen hebben. Voor de basisvakken rekenen, taal spelling en begrijpend lezen hanteren we de gangbare methodes. Elke dag wordt voor deze vakgebieden een les aangeboden vanuit de methode. Binnen deze lessen is ruimte om aan te sluiten bij de leerontwikkeling van elk kind.

Ons betrokken team draagt zorg voor een goede sfeer waarin we een veilige leer- en leefomgeving creëren van onderbouw tot en met bovenbouw waarin kinderen met respect voor de ander met elkaar omgaan. Een veilige omgeving is immers een voorwaarde om tot optimale leerprestaties te kunnen komen op zowel cognitief als sociaal emotioneel gebied.

 

Gebruik van ritmisch weekplan

Op een Jenaplanschool wordt gewerkt volgens een ritmisch weekplan, waarin werk en ontspanning elkaar op een natuurlijke manier afwisselen.

Jenaplanscholen onderscheiden daarbij vier basisactiviteiten:

 

Gesprek

Gesprekken zijn een manier om elkaar te informeren en te begrijpen. Bijna elke dag staat er een kringgesprek op het programma, zoals een verslag-, boeken-, actualiteiten- of weekendkring.

 

Spel

Het gaat om allerlei activiteiten waarbij de kinderen door middel van ‘spel’ leren. Het gaat om ‘gewone’ leerspellen, maar bijvoorbeeld ook om drama, rollenspellen of buitenspelen. Door samen te spelen, leren kinderen rekening met elkaar te houden. Het is een manier om creatief bezig te zijn, de fantasie te gebruiken en je sociaal te ontwikkelen.

 

Werk

Bij werk gaat het om alle schoolse vakken, zoals rekenen, taal, wereldoriëntatie of creatieve vakken. We werken bij de kernvakken met methodes. Kinderen werken individueel, in tweetallen of in kleine groepjes. Elke dag zijn er verschillende instructiemomenten voor een jaar – of niveaugroep. De kinderen verwerken de lesstof op papier of m.b.v. de computer. Op de Wilbertschool is een uitgebreid computernetwerk aanwezig, zodat kinderen zich ook digitaal volop kunnen ontplooien.

 

Viering

De viering is bedoeld om met de hele school stil te staan bij bijzondere momenten, zoals de introductie van een nieuw schoolbreed project of een feestdag.

Tijdens de viering op de Wilbertschool laten de kinderen aan elkaar zien wat hen inspireert en wat ze hebben geleerd. In de bovenbouw verzorgen steeds wisselende groepjes kinderen de presentatie. Tevens verzorgen kinderen zelf de licht- en geluidstechniek.

De viering is een belangrijk onderdeel binnen de Jenaplanschool. Kinderen leren zich op het podium te presenteren en te uiten.

 

Actieve rol voor ouders

Op Jenaplanscholen spelen ouders vaak een actieve rol op allerlei niveaus. Dus bij bijvoorbeeld buitenschoolse en onderwijsinhoudelijke activiteiten.